bw14

28 februari 2017

Openhartig

Filed under: boek — René @ 12:00 am

Verlichting is het uittreden van de mens uit de onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft. Onmondigheid is het onvermogen zich van zijn verstand te bedienen zonder de leiding van een ander. Immanuel Kant

“Ik ben in ’92 naar Nederland gekomen,” zei de man, “twee jaar later ben ik gaan studeren en daarna ben ik me gaan specialiseren in de VS. Toen ik na vier jaar terugkwam was de cultuurschok groter dan toen ik van Syrië naar hier vluchtte.”

Hij keek me even vorsend aan, maar ik zei niks.

“Voor het eerst vroeg iemand me of ik een dubbel paspoort had,” ging hij verder, “Nee dus. Dat zei ik hem ook: ‘Ik heb een Nederlands paspoort, ik ben Nederlander’ – zo had ik me voor Amerika tenminste gevoeld. Maar daarna was ik de man met een onduidelijke identiteit.”

De man stak de handen in zijn zakken.

“Nederlanders zijn de nieuwe Marokkanen,” zei hij, “Onze tenen zijn de laatste jaren steeds langer geworden wanneer iemand iets zegt wat je niet aanstaat.”

Hij grinnikte.

“Ik ben verdomme niet gevlucht zodat ik hier mijn mond moet houden,” zei hij.

25 februari 2017

Getint

Filed under: boek — René @ 12:00 am

Als je goed om je heen kijkt dan zie je dat alles gekleurd is. K. Schippers

Ze zat op de hurken in het gangpad van de drogisterij. Van een flacon had ze het dopje losgedraaid en een beetje van de donkerbruine inhoud op de rug van haar hand gesmeerd. Ze controleerde de vlek aandachtig.

“Kan ik u ergens mee helpen?” vroeg een medewerker. De vrouw keek niet op.

“Meestal maak ik dit zelf,” zei ze al smerend, “van Marokkaanse olie enzo. Dat bruint als een dolle, maar het beschermt niet.”

Ze keek naar het resultaat.

“Het is wel erg bruin.” vond ze.

“Och,” reageerde de medewerker. “Het kan donkerder.” De vrouw keek op en verschoot van kleur.

“Jeetje,” bracht ze uit. “U bent wel erg bruin.”

De medewerker glimlachte.

“En zonder wat te gebruiken,” zei hij.

De vrouw glimlachte terug en veegde met wat spuug over het smeersel op haar hand.

“Ik krijg het er niet van af,” mompelde ze.

“Ik ook niet,” zei de medewerker.

23 februari 2017

Slotsom

Filed under: boek — René @ 12:00 am

De tranen van een man zijn oneindig veel meer waard dan die van een vrouw. Bij de vrouw is het vooral komedie. Zij vormen de regen van deze aarde. Stéphen Hecquet

De vrouw liep een eindje achter de man, maar zij zag dat duidelijk anders.

“Je moet ook altoos voor me uit lopen.” mopperde ze. Ze keek er fronsend bij en vermoeid, terwijl de schouders bij elke stap heen en weer bewogen, waardoor de boodschappentas als een dobber op en neer ging. De ingestoken prei was daarbij de drijver.

De man, tot wie de woorden waren gericht, reageerde niet. Hij liep stug door, zo mogelijk misschien zelfs aangemoedigd door de klacht. Het humeur van de vrouw werd er niet beter op. Ze zuchtte haar wangen bol.

Dan zag ze een bankje aan de kant van het marktplein. Zonder ook maar na te denken ging ze er meteen op zitten, de tas naast haar neergezet. De man liep intussen gewoon door – hij had niks in de gaten. De vrouw knikte.

“Die merkt straks thuis wel dat ik de sleutels heb,” grinnikte ze.

22 februari 2017

Ontmoet

Filed under: boek — René @ 12:00 am

Haat is het duivelse attribuut van de gevallen engelen: het is de geest die probeert God te zijn, die soms zelfs denkt God te zijn, en die gekweld wordt door aanwijzingen dat dat niet zo is en niet zo kan zijn. Vàclav Havel

“Hoe kon je dat nou doen?” brieste het meisje, dat de dochter kon zijn, tegen de vrouw, die ik meende de moeder te wezen.

Kort daarvoor had een man afscheid van hen genomen – midden in het winkelpad van de buurtsuper. Hij had iets gezegd en ze hadden vriendelijk knikkend naar hem geluisterd, maar gezwegen. Tot hij weg was, dus.

“Ik wist toch ook niet…” begon de moeder, waarna ze al snel zonder woorden kwam te zitten. De dochter gunde haar geen hersteltijd.

“Ik vind het zo stom van je,” zei ze, haar hoofd schuin naar de moeder gebogen, “Je kent hem toch?” Ze benadrukte ‘kent’ alsof dat alles verklaarde. De moeder keek zowel hulpeloos als schuldbewust.

“Ik dacht alleen…” herstartte ze. Weer sloot ze haar mond. Langzaam schudde ze haar hoofd. De dochter wendde zich af en keek getergd naar omhoog.

“Het is wel je vader,” fluisterde de moeder voorzichtig.

21 februari 2017

Beeld

Filed under: boek — René @ 12:00 am

De beeldhouwer slaat meer in de steen dan eraf. Hugo Oswald

“Kijk,” knikte de dame achter de rollator tegen haar vriendin die zwaar leunde op een wandelstok, “dat heeft hij nog in mijn atelier gemaakt.” Wandelstok boog haar rug omhoog.

“Verdraaid ja,” herkende ze het beeld, “dat weet ik ook nog.” Ze kneep haar ogen samen. “Het is hem toch wel?”

“Wat denk je,” snoof Rollator, “dat ik dat werk niet zou herkennen?”

Wandelstok trok haar wenkbrauwen omhoog. Ze bestudeerde het beeld zorgvuldig.

“Toch merkwaardig dat…” mompelde ze. Rollator maakte het voor haar af.

“Dat hij hier wel staat en ik niet?” Ze spoog de woorden zowat de ruimte in. “Dat kan ik je wel uitleggen, lieve. Zijn beelden zijn blijkbaar niet door de gemeente verkocht.”

Wandelstok schudde haar hoofd.

“Die ellendige BKR.” zei ze.

“Die ellendige gemeente, zul je bedoelen.” donderde Rollator.

Even staarden de dames samen zwijgend naar het beeld.

“Het is ook nog zo verdomde goed.” klaagde Rollator.

18 februari 2017

Pauze

Filed under: boek — René @ 12:00 am

Onze werkelijke behoeften liggen binnen een klein bestek. Winston Churchill

De mensen liepen langs hem heen want ze zagen hem niet – of eigenlijk: ze wilden hem niet zien. Het maakte de man niks uit, zo leek het, want onverminderd vervolgde hij zijn betoog tegen het onrecht in de wereld. Hij had plakkaten bij zich met kreten tegen de wapenwedloop en simpele rekensommen die zouden moeten aantonen dat we allemaal samen in welvaart zouden kunnen leven op deze aarde, zolang we het elkaar maar zouden gunnen en alles eerlijk delen.

Behalve die ene jonge man in zijn pak bleef niemand staan luisteren. De jongen was misschien net met lunchpauze, af te lezen aan het broodje dat hij aan het eten was. Hij leek op een financieel stagiair bij een bankfiliaal of een makelaar. Alleen luisterde hij.

Dan wikkelde de jongen de rest van zijn broodje in een servet en gaf het aan de man.

“Ik heb je gehoord,” zei hij alleen.

[Pauze is op 20 februari 2017 voorgelezen door Jeroen Kijk in de Vegte in het NPO2-radioprogramma De Staat van Stasse.]

7 februari 2017

Gestoord

Filed under: boek — René @ 12:00 am

Er bestaan geen sleutels om ogen te openen. Jan Vercammen

Pianoman wist dat zijn schedel het sterkste deel van het skelet was, dus had hij geprobeerd met zijn hoofd het gepantserde glas van de isolatiecel te breken. Toen dat niet lukte wilde hij zijn polsen doorsnijden: “Liever dood naar buiten, dan levend hierbinnen,” zei hij. De rechter oordeelde dat Pianoman een gevaar was voor zichzelf en drie weken gedwongen moest worden opgenomen. Hij omhelsde me toen ik op bezoek kwam.

Aan de muur van zijn kamer hing een rooster opgeprikt. Op maandag had hij muziek en van dinsdag tot en met vrijdag houtbewerken.

“Wanneer ik hieruit kom, kan ik tenminste een tafeltje timmeren,” grimde Pianoman.

“En therapie?” wilde ik weten. Pianoman schudde zijn hoofd.

“Geen gesprekken,” zei hij, “Alleen medicijnen.”

Er klonk een bons op de muur. Ik keek op.

“Dat is de buurman,” vertelde Pianoman. “Die gaat de hele nacht zo door.

“Om gek van te worden,” zei hij.

3 februari 2017

Karaoke

Filed under: boek — René @ 10:06 pm

Vrouwen kennen zonder ermee naar bed te zijn geweest, dat doet mij denken aan een visser die wat langs de rivier wandelt en zich inbeeldt dat hij de vissen kent. Jules Renard

“Gaan we vanavond nog karaoken?” vroeg het meisje in de volle treincoupé. De telefoon, waarin ze de vraag had gesteld, gaf een onverstaanbaar antwoord. Het meisje luisterde met halfopen mond.

“Nee, Albert kwam langs en die wilde per se neuken.” zei het meisje. “Anders was ik al twee uur eerder onderweg geweest naar jou. Maar hij wou zo ontzettend graag en wat doe je dan?”

Ze knikte terwijl ze het zei. De telefoon zag het niet, maar gaf wel antwoord. Het meisje zuchtte.

“Ik weet het,” zei ze, “ik wou echt dat ik van hem hield.” Ze keek door het donkere raam de duistere avond in. Met haar vrije hand tekende ze wat onduidelijks op het venster. Ze haalde diep adem. De telefoon leek stil te zwijgen. Het gaf het meisje even tijd.

“Als ik werkelijk van hem zou houden, hoefden we misschien niet zo vaak te neuken,” fluisterde ze.

1 februari 2017

Gedraaid

Filed under: boek — René @ 12:00 am

Wat in het vlees begonnen wordt, wordt in de geest volbracht. Jan Wolkers

“Toen ik klein was zei mijn moeder altijd dat er niemand zo goed gehaktballetjes kon draaien als ik.” De man pauzeerde een moment alsof hij zijn woorden nog moest ordenen. Daarbij trok hij bijna ongezien met een ooglid.

“Natuurlijk zei ze dat om me te paaien,” ging hij dan verder, “maar daar kwam ik pas later achter. Intussen had ik al ik-weet-niet-hoeveel balletjes gedraaid.”

De man slikte en keek naar opzij.

“Vorig jaar is ze komen te overlijden, mijn moeder.” zei hij. “Vierennegentig was ze. Mooie leeftijd. Op haar sterfbed wilde ze nog wat zeggen. Dat zag ik, dus ik bukte me naar haar toe, zodat ik haar beter kon verstaan. Weet je wat ze zei?”

Hij draaide zijn hoofd weer naar voren.

“‘Jouw balletjes waren de allerbeste’, zei ze.”

De man knikte en snoot zijn neus.

“Dan gaat er toch echt wel iets door je heen, hoor.” mompelde hij.

Blog op WordPress.com.